Geschiedenis van mensenrechten
Oorspronkelijk hadden mensen alleen rechten omdat ze lid waren van een groep, zoals een gezin. Toen, in 539 voor Christus, deed Cyrus de Grote, nadat hij de stad Babylon had veroverd, iets totaal onverwachts: hij bevrijdde alle slaven om naar huis terug te keren. Bovendien verklaarde hij dat mensen hun eigen religie moesten kiezen. De Cyrus-cilinder, een kleitablet met zijn uitspraken, is de eerste mensenrechtenverklaring in de geschiedenis.
Het idee van mensenrechten verspreidde zich snel naar India, Griekenland en uiteindelijk naar Rome. De belangrijkste vorderingen sindsdien zijn onder meer:
- 1215: De Magna Carta – gaf mensen nieuwe rechten en maakte de koning aan de wet onderworpen.
- 1628: The Petition of Right – zet de rechten van het volk uiteen.
- 1776: De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring – kondigde het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk af.
- 1789: De verklaring van de rechten van de mens en van de burger – een document van Frankrijk, waarin staat dat alle burgers volgens de wet gelijk zijn.
- 1948: De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens – het eerste document met de 30 rechten waarop iedereen recht heeft.
Bekijk voor meer informatie over de geschiedenis van mensenrechten onderstaand filmpje.